Inlegzool vervangen in een veiligheidsschoen

Werk- en veiligheidsschoeisel en (semi-)orthopedische inlegzolen die hierin gedragen worden, moeten voldoen aan de Europese Verordening EU/2016/425 voor Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM). In de actuele bijbehorende norm EN-ISO 20345 is vastgelegd aan welke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen een veiligheidsschoen moet voldoen.

Veiligheidsschoenen worden gecertificeerd in combinatie met een verwisselbare- of niet-verwisselbare inlegzool. Indien een originele verwisselbare inlegzool in een veiligheidsschoen wordt vervangen door een alternatieve inlegzool, dan dient deze nieuwe combinatie (veiligheidsschoen + alternatieve inlegzool) opnieuw getoetst te worden door een geaccrediteerd testinstituut op basis van de actuele norm EN-ISO 20345:2022. In de actuele norm EN-ISO 20345:2022 is vastgelegd dat ook de fabrikant van een alternatieve inlegzool de originele verwisselbare inlegzool in de veiligheidsschoen mag vervangen. Deze fabrikant van een alternatieve inlegzool kan dus een andere fabrikant zijn dan de fabrikant van de originele veiligheidsschoen! 


Wie mag de inlegzool vervangen

De fabrikant van de veiligheidsschoen

onder voorwaarde dat deze de alternatieve inlegzool in combinatie met de veiligheidsschoen heeft gecertificeerd. 

Na certificering kan de fabrikant van de veiligheidsschoen:
a. De alternatieve inlegzool voor gebruik in deze veiligheidsschoen in de handel brengen;
b. Een protocol in de handel brengen voor het vervaardigen van de alternatieve inlegzool voor gebruik in deze veiligheidsschoen.

De fabrikant van de alternatieve inlegzool

onder voorwaarde dat deze de alternatieve inlegzool in combinatie met de originele veiligheidsschoen heeft laten testen op basis van het vastgestelde protocol in EN-ISO 20345:2022

Na certificering kan de fabrikant van de veiligheidsschoen:
a. De alternatieve inlegzool voor gebruik in deze veiligheidsschoen in de handel brengen;
b. Een protocol in de handel brengen voor het vervaardigen van de alternatieve inlegzool voor gebruik in deze veiligheidsschoen.



Productaansprakelijkheid en garantie

De fabrikant van het protocol ten behoeve van het vervaardigen van de alternatieve inlegzool is productaansprakelijk voor de alternatieve inlegzool in combinatie met de veiligheidsschoen. Belangrijke kanttekening hierin is dat degene die de alternatieve inlegzool heeft vervaardigd exact de instructies uit het protocol heeft opgevolgd, waaronder de verplichte registratie van de alternatieve inlegzool in combinatie met de originele veiligheidsschoen. Dit ter controle of de betreffende combinatie (originele veiligheidsschoen + alternatieve inlegzool) is getest en goedgekeurd conform norm EN-ISO 20345.

Indien het protocol voor de alternatieve inlegzool niet volledig is opgevolgd, wordt degene die de alternatieve inlegzool heeft vervaardigd de fabrikant van de nieuwe combinatie (originele veiligheidsschoen + alternatieve inlegzool). Voor deze fabrikant van de nieuwe combinatie zijn alle wettelijke verplichtingen van toepassing voor de veiligheidsschoen conform de PBM wetgeving, waaronder de productaansprakelijkheid.

De fabrikant van de originele veiligheidsschoen blijft altijd productaansprakelijk voor deze veiligheidsschoen. De fabrikant van de veiligheidsschoen kan dus na het plaatsen van een alternatieve inlegzool door derden, haar productaansprakelijkheid en garantie op de veiligheidsschoen van rechtswege niet intrekken. Fabrikanten die toch hun productaansprakelijkheid en garantie op de originele veiligheidsschoen intrekken wanneer de originele inlegzool is vervangen door een alternatieve inlegzool (van een inlegzolen fabrikant), misleiden bewust hun klanten, werkgevers en werknemers. Deze fabrikanten benadelen hiermee uiteindelijk de cliënten voor wie de orthopedische inlegzolen medisch noodzakelijk zijn.

Toezichthouder

Verordening EU/2016/425 voor Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) met bijbehorende norm EN-ISO 20345:2022 voor veiligheidsschoenen is geharmoniseerde Europese wetgeving die van toepassing is in alle Europese landen. Elk EU-land heeft een toezichthouder aangesteld die toeziet op toepassing van de Europese wetgeving Verordening (EU) 2016/425 en bijbehorende norm EN-ISO 20345:2022. In Nederland is dit de Nederlandse Arbeidsinspectie. De nationale toezichthouders worden Europees gecoördineerd en geïnstrueerd over Europese wetgevingen, zodat altijd sprake is van een eenduidig Europees handhavingsbeleid.

Op basis van de PBM-wetgeving controleert de toezichthouder of producten die in de handel worden gebracht aan deze wetgeving voldoen. Bij een ongeval zal de toezichthouder beoordelen wat de oorzaak is: de alternatieve inlegzool in de veiligheidsschoen of de originele veiligheidsschoen.

Conclusie

In de actuele norm EN-ISO 20345:2022 is vastgelegd dat ook de fabrikant van een alternatieve inlegzool de inlegzool in de originele veiligheidsschoen mag vervangen. Deze fabrikant van een alternatieve inlegzool kan dus een andere fabrikant zijn dan de fabrikant van de originele veiligheidsschoen!

De fabrikant van de alternatieve inlegzool mag dus zónder toestemming van de schoeisel fabrikant de inlegzool vervangen door haar eigen alternatieve inlegzool, mits de combinatie veiligheidsschoen en alternatieve inlegzool is getest en goedgekeurd conform de actuele norm EN-ISO 202345:2022.

Op basis van de Europese wetgeving heeft de toezichthouder schriftelijk bevestigd dat de fabrikant van de veiligheidsschoen altijd productaansprakelijk blijft voor de originele veiligheidsschoen. De fabrikant van het protocol ten behoeve van het vervaardigen van de alternatieve inlegzool is productaansprakelijk voor deze combinatie (originele veiligheidsschoen + alternatieve inlegzool).

De fabrikant van de originele veiligheidsschoen kan dus na het plaatsen van een alternatieve inlegzool door derden, van rechtswege haar productaansprakelijkheid en garantie niet intrekken. Fabrikanten en hun brancheorganisaties die dergelijke (dreigende) uitspraken doen misleiden bewust hun klanten, werkgevers en werknemers met deze onjuiste informatie. Cliënten voor wie orthopedische inlegzolen medisch noodzakelijk zijn, worden op deze wijze ernstig benadeeld.